Mijn lieve dank gaat uit naar mijn man Piet, een rechtvaardig man die geen onrecht kan verdragen. Ridder in de liefdesorde.
Mijn lieve kinderen Vincent, Simon en Abigail die ronduit achter mij staan en me door dik en dun steunen.
Mijn kleindochter Roosje die altijd van mij zal houden en ik van haar. Haar wijsheid is groots.
Dank aan mijn lieve ouders waarbij ik mijzelf kon zijn.
Ik dank mijn familie en schoonfamilie voor hun oprechtheid.
We leren veel van elkaar!
Ik dank Soesila, Sandra, Conny, Corry, zuster Anna, Betty, Jonneke, John, Anneke, Frits, Babette, Tuba, Peter, Albert, Herman, Harma†, Henk†, Mien, Ria, Theo, Dick, Claudia, Bert, Piet, Adriaan, Job, Walter en nog vele anderen, wiens namen voor eeuwig in mijn hart liggen opgeslagen. Ik hou van jullie!
Alle mensen die terecht vertrouwen hadden en hebben in hun eigen levenskracht en intuïtie. Dank dat ik daar een stukje bij heb mogen helpen.
Dank aan John van den Bosch, uitgever en vriend.
Dank aan u als lezer dat u mijn verhaal wilt lezen en deze zaak van een andere kant wilt bezien opdat u uw mening hierover kunt overwegen.